Interview met Magnumfotograaf Carl De Keyzer

Jolien Follens profile image
Jolien FollensDutch Content Localization ManagerUpdated on: May 30, 2024

In onze reeks over mensen die de wereld rondreizen voor hun werk, stellen we je voor aan de Belgische fotograaf Carl De Keyzer. Carl, lid van het fotocollectief Magnum sinds 1994, heeft de hele wereld afgereisd om thema’s als religie, cultuur, politiek, geschiedenis en klimaatveranderingen vast te leggen in zijn werk. Hij deelt zijn ervaringen en vertelt meer over zijn fotoreportages en de soms moeilijke omstandigheden waarin deze tot stand kwamen.

Hoe ben je met fotografie begonnen en waarom heb je gekozen voor thema’s als cultuur, religie, politiek, geschiedenis en het klimaat?

Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in fotografie. Op mijn veertiende had ik al een donkere kamer op zolder bij mijn ouders thuis. Na een, min of meer mislukt, jaar diergeneeskunde aan de universiteit, besloot ik iets te gaan doen met mijn hobby. Ik wist niet goed wat te verwachten, maar het was een schot in de roos omdat ik er talent voor bleek te hebben.

De thema’s van mijn reportages en boeken ontwikkelden zich geleidelijk. Op weg naar mijn eerste grote project in India vloog ik met Aeroflot, de goedkoopste luchtvaartmaatschappij, waardoor ik een tussenstop moest maken in Moskou. Zo kon ik drie dagen in Moskou doorbrengen en kreeg ik de kans om de Sovjetwereld te verkennen. Ik ving een glimp op van een wereld die mij volledig onbekend was. In die tijd was de Koude Oorlog nog in volle gang. Ik vond de propaganda, het systeem en al die elementen enorm fascinerend. Zo kwam ik op het idee om een fotoreportage te maken over de Sovjet-Unie.

Ook mijn volgende project kwam enigszins automatisch: de implosie van de Sovjet-Unie en het einde van de Koude Oorlog in 1989. Amerika was de grote winnaar, en religie en de strijd tegen het communisme en goddeloosheid hadden hierbij een grote rol gespeeld. Toen dacht ik: “Waarom ga ik niet eens kijken in Amerika om te zien hoe het daar gaat met de overwinnaars, de christenen die de communisten hebben verslagen?”

Pas later realiseerde ik me dat die machtssystemen gebaseerd op politiek en geschiedenis een zekere rode draad vormden. Dit boeide me enorm en gaf me veel visuele mogelijkheden. Zo kwam het ene project na het andere, wat uiteindelijk leidde tot bijna 20 boeken.

Hoe beslis je wat je volgende project wordt? Is er een groter maatschappelijk belang dat je keuze bepaalt of gebeurt dit eerder op basis van persoonlijke interesse?

Carl De Keyzer, Zona
© Carl De Keyzer, “Zona” 2003.

Dit gebeurde soms bij toeval, bijvoorbeeld als ik voor een opdracht naar een bepaalde locatie werd gestuurd, of als ik foto’s van een bepaald onderwerp in de krant zag en dacht: “Hier valt wel iets meer mee te doen.”

Zo werd ik door Magnum, eerst tegen mijn zin, naar Siberië gestuurd. We kwamen onverwachts, via mijn studenten, terecht in een voormalige goelag, nu gevangenis. Siberië was toen nog een beetje een dode zone. Poetin probeerde orde op zaken te stellen, maar Rusland zat nog in een soort machtsvacuüm waarin veel mogelijk was. Daarna gingen de deuren weer op slot. Op dat moment dacht ik: “Dit is het moment om hier binnen te geraken.” Ik heb toen heel snel een beslissing genomen en gebruik gemaakt van het moment en de gelegenheid. Zo is de fotoreportage “Zona” over de strafkampen in Siberië tot stand gekomen. Nu is dit onmogelijk. Ik ben dus een van de weinigen, of misschien wel de enige, die dat heeft kunnen doen.

Voor andere fotoreportages was mijn aanpak systematischer. Het project “DPR Korea Grand Tour” lag bijvoorbeeld al een tijdje in mijn schuif. Ik had al verschillende boeken gemaakt over religie, communisme, kolonialisme, oorlog, machtssystemen, politiek, enzovoort, dus Noord-Korea mocht niet ontbreken. Dit project kwam tot stand met behulp van een Brits reisbureau in China dat reizen naar Noord-Korea organiseert.

Het feit dat ik een Magnumfotograaf ben, zorgde voor een zekere mate van vertrouwen en toen ze zagen dat ik veel ervaring had met communistische landen, stemden ze ermee in om me te helpen. Bovendien hadden ze foto’s nodig voor hun nieuwe website. Dit kwam mooi uit en zo kwam alles mooi samen.

Voor dit project bezocht ik 250 locaties, wat nog niemand eerder had gedaan. Ik wilde daar zo lang mogelijk blijven, want hoe langer je ergens aan werkt, hoe groter de kans om sterkere beelden te maken.

Wat was je meest gedenkwaardige reis? Hoe heeft die je perspectief op fotografie beïnvloed?

Mijn eerste grote reis naar India zette mijn wereld op zijn kop. Wat ik daar zag, de samenleving en cultuur, overtrof alles. Deze ervaring verminderde ook drastisch mijn overlevingsdrang en risicobewustzijn. Als die mensen met zo weinig kunnen overleven, wie ben ik dan om te klagen? Ik was onder de indruk van het feit dat, ondanks de chaos, alles nog enigszins functioneert.

Toch was ik niet naar India gegaan omdat het land mij per se interesseerde; ik ging erheen omdat ik op zoek was naar plaatsen waar veel mensen tegelijkertijd rondlopen. De Gangesvallei bleek hiervoor ideaal. Daar kon ik de techniek van het inflitsen en het bevriezen van chaotische momenten goed oefenen, wat een geheel nieuwe stijl was voor mij. Voordat ik naar India reisde, was ik meer een wachtende fotograaf zoals Henri Cartier-Bresson.

India is zo’n overweldigend land dat het moeilijk is om visueel iets nieuws bij te dragen. Als fotograaf is het een uitdaging om je stempel te drukken op zo’n plek. Landen als China en de Verenigde Staten zijn visueel zo fascinerend dat dat geen gemakkelijke opdracht is.

India is nog altijd een van mijn favoriete landen, ondanks het feit dat ik er al heel lang niet meer ben geweest en ik er eigenlijk veel heb afgezien. Ik had niet genoeg geld om rond te reizen, het was er veel te warm en ik ben er een paar keer ziek geweest. Toen ik terugkwam, zei ik dat ik nooit meer op reis zou gaan. Maar toen zag ik dat de eerste foto’s heel goed meevielen. De foto’s van die reis betekenden de start van mijn carrière. Ze zijn de wereld rondgegaan en leidden zelfs tot een boek, iets wat ik helemaal niet had verwacht. Het begon eigenlijk allemaal met die foto’s.

In “Moments Before The Flood” leg je de dreigende stijging van de zeespiegel vast. Hoe heb je zo’n ingewikkeld onderwerp benaderd?

Carl De Keyzer, Moments Before The Flood
© Carl De Keyzer, “Moments Before The Flood” 2012.

Voor “Moments Before the Flood” heb ik heel de kust van Europa en 5000 verschillende stranden gefotografeerd. In die tijd schreef de media steeds meer over klimaatverandering en was de film van Al Gore uitgekomen. Ik heb gebruik gemaakt van die paniek om een actuele reeks op lange termijn te maken. Het was een immens project dat veel voorbereiding vergde.

Ik had de hulp van twee halftijdse assistenten die locaties voor me opzochten. Vervolgens bezocht ik de stranden en fotografeerde ik ze telkens met het idee dat er over een half uur, een week of een maand een tsunami langskomt. Met dat idee in je hoofd kijk je op een heel andere manier naar die serene locaties. In het begin fotografeerde ik enkel stranden, maar langzamerhand begon ik ook mensen te fotograferen. De aanwezigheid van een mens in een landschap heeft een grotere visuele impact en kan de dreiging effectiever overbrengen.

Ik heb me ook laten inspireren door de maritieme schilderkunst, waar de kust vaak als dreigend of romantisch wordt afgebeeld. Ik verwerkte een vleugje van deze romantiek, die subtiel dreigend kan zijn. Je kunt mensen naar een prachtig beeld lokken dat uiteindelijk heel bedreigend blijkt te zijn.

Welk project was logistiek gezien het meest uitdagend? Met welke uitdagingen heb je te maken gekregen in afgelegen of politiek complexe gebieden, zoals Noord-Korea of Siberië?

Vanuit logistiek oogpunt was “Moments Before the Flood” het meest veeleisende project. Hiervoor reisde ik 130.000 kilometer en sliep ik in 566 verschillende hotels. Elke dag stonden er 20 potentiële locaties op me te wachten. Ik reed van de ene naar de andere en besloot op het moment zelf om al dan niet te stoppen. Elk project is anders.

Noord-Korea was ook een uitdaging omdat ik altijd werd vergezeld door een chauffeur en twee gidsen die me geen seconde uit het oog verloren en geen meter van mijn zijde weken. Als ze vreesden dat ik een gevoelige of moeilijke foto ging maken, gingen ze soms in de weg staan. Om deze obstakels te overwinnen, moet je creatief zijn en snel en efficiënt werken. Uiteindelijk had ik maar 60 dagen in Noord-Korea en moest ik hiermee een boek met 100 foto’s vullen. Je moet heel snel werken, je hebt er geen jaren de tijd voor. Je moet je aanpassen aan je onderwerp en creatief omgaan met alle problemen waarmee je te kampen krijgt.

In Siberië had ik het fysiek lastig. In de winter dalen de temperaturen tot ongeveer min 50 graden Celsius. Ik fotografeerde toen nog met analoge toestellen. Het was niet eenvoudig om de film te verwisselen bij deze temperaturen. Ik droeg meerdere Siberische vesten, drie paar handschoenen, een muts en een masker. Om mijn camera te openen en de film te verwisselen moest ik een schroevendraaier gebruiken, dan moest ik, met mijn dikke handschoenen aan, de film in mijn zak laten vallen en daarna moest ik een nieuw fotorolletje openscheuren met mijn tanden. Soms duurde het verwisselen van film 20 minuten bij min 40 graden. Bovendien kon de film breken door de kou als ik me haastte om een moment vast te leggen. Het kwam ook voor dat camera’s of de flits kapot gingen of dat kwajongens er water op gooiden.

Welke voorbereidingen heb je getroffen om een gevoelig historisch onderwerp als “Congo Belge” te behandelen, op zowel intellectueel als emotioneel vlak?

Carl De Keyzer, Congo Belge
© Carl De Keyzer, “Congo Belge” 2010.

“Congo Belge” is het uitdagendste project dat ik ooit heb ondernomen. Het duurde ongeveer zes jaar, want ik heb het een paar keer opgegeven. Het project was ontmoedigend en vergde veel voorbereiding. Alleen naar Congo reizen was niet haalbaar vanwege de hoge kosten en veiligheidsrisico’s. Daarom heb ik contact opgenomen met ngo’s die daar actief waren en deze vergeleken met een toeristische gids uit 1954 om de plaatsen te vinden die ik wilde bezoeken. Ik wilde echt het koloniale erfgoed van België verkennen.

Ik heb bewust niet veel gelezen over de geschiedenis van Belgisch Congo, iets wat ik meestal wel doe, omdat de geschiedenis erg ingewikkeld is. Ik koos ervoor om rechtstreeks geconfronteerd te worden met de realiteit zelf. Voor mij gaat dit boek over België zelf. Hoe kan een land een ander land volledig onderwerpen en zijn eigen architectuur en religie opdringen aan een totaal andere samenleving? Dat vond ik qua contrast enorm.

De emotionele tol was ook aanzienlijk. Ik kwam daar, niet alleen als fotograaf maar ook als Belg, bij wijze van spreken misbruik maken van hun miserie en zou er geld mee gaan verdienen. Dat was een uitdaging. Hun houding was vrij aggressief, en het was niet gemakkelijk werken. Ik werd 54 keer gearresteerd op 10 maanden tijd. Dat spreekt boekdelen.

Hoe maak je op een gevoelige en respectvolle manier foto’s van zeer diverse en soms kwetsbare gemeenschappen?

Het stereotype beeld van de blanke “koloniale” fotograaf die naar “exotische” landen gaat om arme of kwetsbare culturen “uit te buiten” is ook op mij van toepassing. Ik ben natuurlijk degene die het zich kan veroorloven om de wereld rond te reizen en een aantal maanden op een bestemming te verblijven om foto’s te maken die ik vervolgens zal publiceren en verkopen. Als je het kritisch bekijkt, is dat profiteren van de situatie van sommige culturen.

Ik vind het prima als blanke fotografen hun mening geven over China en Afrika. Fotografen uit die regio’s mogen zeker naar hier komen om ons op de korrel te nemen en te bekritiseren. Dit gebeurt nu steeds meer. In het verleden niet, omdat ze niet over de middelen en opleiding beschikten. Wij zijn ongetwijfeld zeer bevoorrecht wat cultuur en opvoeding betreft. Ik verwelkom hun kritiek op onze samenlevingen, net zoals wij die van hen hebben bekritiseerd. Ik lig daar niet wakker van en vind het een boeiende en belangrijke dialoog.

Je projecten behandelen vaak belangrijke sociaal-politieke kwesties. Welke invloed hoop je dat je werk heeft op kijkers en de onderwerpen die je portretteert?

Carl De Keyzer, God Inc
© Carl De Keyzer, “God, Inc.” 1992.

Mijn fotografie is geëngageerd en heeft vaak een toon van kritiek of ironie ten opzichte van de onderwerpen, maar ik probeer niemand te overtuigen. Geen van mijn boeken heeft de wereld veranderd. Veel van mijn werk komt voort uit persoonlijke interesse, omdat ik het spannend vind om een nieuw onderwerp en de bijbehorende uitdagingen aan te pakken. Om de 2-3 jaar een nieuw boek maken houdt me bovendien bezig. Op een bepaald moment wordt dat een patroon, een rode draad die me voorstuwt.

Mijn beelden zijn soms vrij complex. Men weet niet altijd waar ik voor sta omdat ik veel met dubbele lagen, ironie en humor werk, maar ik sta wel degelijk kritisch tegenover religie en communisme. Wat het klimaat betreft, bevond ik me een tijdje tussen de gelovigen en de sceptici, omdat ik het op dat moment ook niet goed wist. Ondertussen zijn de meningen aanzienlijk in één richting verschoven, maar toen waren er twee kampen en zat ik in het midden. Deze onzekerheid kan ertoe leiden dat je werk abstracter wordt. Je laat dit invllen door de kijker. Dit vind ik het mooiste aan fotografie. Het is puur herkenbaar en hyperrealistisch, maar toch is er een spanning die het een beetje ongemakkelijk maakt. Ik vind het leuk dat mensen hun eigen invulling en verhaal maken van wat ze zien. Iedereen heeft een andere achtergrond en reageert anders, wat het werk vaak surrealistisch of heel abstract maakt.

Je foto’s hebben een kenmerkende uitstraling. Kun je wat dieper ingaan op je techniek? Hoe gebruik je belichting en compositie om het verhaal van je foto’s te versterken?

Aanvankelijk was flitsfotografie mijn handelsmerk. In India moest ik bijvoorbeeld flitsen omdat het contrast tussen de schaduw en de zon te hoog was. Door te flitsen kon ik dat contrast verminderen, zodat de mensen in de schaduw zichtbaar werden. Dit voegde een beetje extra surrealisme toe aan mijn foto’s.

Dankzij de digitale revolutie kon ik werken met 6400 ISO in plaats van 400, waardoor ik de flits achterwege kon laten en nog steeds bruikbare foto’s kon maken. Ik miste wel het typische licht van de flits, maar de nieuwe mogelijkheden en functies van de digitale modellen wogen daar ruimschoots tegenop.

Welk advies zou je aspirant-fotografen geven?

Vroeger adviseerde ik altijd om een opleiding of avondlessen te volgen of je in te schrijven aan een academie omdat je dan basis goed leert. Er zijn veel mensen die te lang alleen bezig zijn en daardoor heel wat slechte gewoontes moeten afleren – dit gebeurt vaak bij workshops.

Nu adviseer ik meestal het volgende: volg eerst een paar cursussen of workshops van professionals en geef dan vijf jaar lang de volle 100%. Als het na vijf jaar niet lukt, doe dan iets anders of probeer het nog eens vijf jaar. Het duurt vijf tot tien jaar om je eigen stem te vinden. Zo lang duurt het meestal om wat je in je hoofd hebt op papier te zetten.

Het maken van een technisch goede foto is tegenwoordig niet meer zo’n uitdaging, maar het creëren van inhoud met diepgang is moeilijker. Het kost tijd om ironie, humor, kritiek, meerdere lagen, historische verwijzingen en timing in je beelden te verwerken. Zelfs in de eerste tien jaar slaag je er misschien niet volledig in. Het duurt nog langer om je persoonlijkheid volledig tot uitdrukking te brengen in je werk.

Website: https://www.carldekeyzer.com/

Instagram: https://www.instagram.com/carldekeyzer/

Facebook: https://www.facebook.com/carldekeyzer

Author
Jolien Follens profile image
Jolien FollensDutch Content Localization ManagerUpdated on: May 30, 2024